LEO HENDRIK BAEKELAND |
Leo Hendrik Baekeland is op 14 november 1863 geboren in Gent waar hij zesentwintig jaar woonde, studeerde en werkte om in 1889, pas getrouwd met Céline Swarts, dochter van Prof. Swarts, voorgoed uit te wijken naar de Verenigde Staten. Daar waren zij de stichters van "the Baekeland family" en kregen drie kinderen. Jenny geboren in Gent (1890) overleed in de VS (1895) Op de VELOX-foto uit 1899 zien we Céline met Georges (1895) en Nina (1896)
|
Als één van de eerste fotoamateurs met een degelijke kennis van de scheikunde, deed Baekeland verschillende ontdekkingen waaronder het legendarische VELOX NEPERA fotopapier. Dat maakte hem na de verkoop aan de George Eastman op vijfendertigjarige leeftijd, zodanig rijk dat hij zich in volle vrijheid op zijn persoonlijke onderzoekingen kon richten. Aangezien het niet in de aard van Baekeland lag om de rest van zijn leven te rentenieren kwam hij naar Europa om de familie in Gent te bezoeken en voor een fietstocht in het noorden van Italië samen met Céline te genieten van zijn verworven onafhankelijkheid. Maar ook om in Berlijn gedurende een paar maanden de laatste toepassingen van de elektrochemie te bestuderen. Ook de Exposition Universelle 1900 van Parijs werd bezocht. Op deze tentoonstelling met 7600 exposanten waren de technologische nieuwigheden van de tweede industrièle revolutie te bewonderen zoals de eerste elektrische toepassingen in het Palais de l'électricité, de cinematografie, de telefonie, de allereerste experimentele amateur-radio's, de verbrandingsmotoren en de eerste automobielen. Ook de ontwikkelingen in de fotografie en de producten in het nieuwe metaal aluminium (in productie sinds 1886) waren uiteraard aanwezig. Ongetwijfeld zal Baekeland daar ook de toepassingen van de toenmalige plastics gezien hebben zoals het eboniet of hard rubber, het celluloid en het schellak dat vooral als isolatiemateriaal voor de opkomende elektriciteit gebruikt werd. Terug in de Verenigde Staten vestigde hij zich met zijn familie in een riant landhuis aan de Hudson in Yonkers, New York. Hij verbouwde een schuur tot privé-laboratorium waar hij als consulent baanbrekend onderzoek verrichte voor de Hooker Electrochemical Company. Baekeland als wetenschapper en uitvinder, maar ook als voormalige fabrikant, besefte dat de verdere ontwikkelingen van de nieuwe technologieën maar mogelijk waren met een beter en vooral goedkoper isolatiemateriaal dan het gebruikte schellak dat steeds maar schaarser en daardoor ook duurder werd. Schellak is een hars dat in Zuidoost Azië verkregen werd en nog steeds wordt door de uitzuivering van de uitscheidingsstoffen van het insect, coccus lacca. Schellak werd ook gebruikt om kleine voorwerpen te persen zo ook het zwarte eboniet en het kleurrijke celluloid, maar geen van deze plastics was echt geschikt voor de nieuwste technische toepassingen waar toen veel nood naar was. Voor de isolatie in de elektrotechniek werd ook gebruik gemaakt van mica, eboniet en porselein. Twintig jaar eerder had Leo Baekeland al aan de Rijksuniversiteit van Gent geëxperimenteerd met de condensatie van fenol en formaldehyde. De Duitse chemicus Adolf von Baeyer had het al voor hem in 1872 gedaan en nadien hadden verschillende wetenschappers hetzelfde geprobeerd, maar niemand was er tot in 1905 in geslaagd om het condensatieproduct geschikt te maken voor verdere verwerking tot een industrieel bruikbaar product.
|
De voor het web aangepaste afbeeldingen zijn kopieën van foto's uit de verzameling over Leo Hendrik Baekeland van Het Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen van de Universiteit Gent
©
tekst en foto's copyright, Julien Karel Cole contact - vragen - tips
|